De WAO is vervangen door de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Dit nieuwe arbeidsongeschiktheidsstelsel kan voor u als werknemer grote financiƫle gevolgen hebben bij arbeidsongeschiktheid.
Het accent ligt niet langer op de mate van arbeidsongeschiktheid, maar op ‘wat je nog wel kunt’ en het vinden van werk dat je nog aankunt. De WIA die twee jaar na de eerste ziektedag ingaat, onderscheid drie trajecten:
1. De IVA-Regeling: Volledig (80% – 100%) en duurzaam arbeidsongeschikt
Als u voor 80% tot 100% duurzaam arbeidsongeschikt wordt verklaard, komt u in aanmerking voor een uitkering uit de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). Deze regeling biedt u tot uw AOW leeftijd een uitkering van 75% van uw laatst verdiende loon tot circa ā¬ 48.716,-.
2. De WGA-Regeling: 35% – 80% arbeidsongeschikt
Als u voor 35% tot 80% of volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt wordt verklaard, valt u onder de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). De WGA biedt een uitkering die in twee periodes uiteen valt. In de eerste periode ontvangt u maximaal 38 maanden een loongerelateerde uitkering die inclusief eventueel verdiend loon tenminste 70% van het laatstverdiende loon bedraagt. ‘Wie werkt wordt beloond’ is de bedoeling. Als u in de tweede periode meer werkt dan 50% van wat u volgens het UWV nog aankunt (uw restverdiencapaciteit), dan ontvangt u een loonaanvulling. Deze bedraagt 70% van het verschil tussen het laatst verdiende loon en de restverdiencapaciteit (beide gemaximeerd tot circa ā¬ 48.716,-). Werkt u minder dan de helft van wat u volgens het UWV zou kunnen, dan krijgt u slechts een percentage van het minimumloon als uitkering.
3. Minder dan 35% arbeidsongeschikt: geen uitkering van de overheid
Bent u minder dan 35% arbeidsongeschikt, dan ontvangt u geen uitkering van de overheid. U blijft in principe bij uw werkgever in dienst.
Conclusies:
- Werknemers die volledig en langdurig arbeidsongeschikt zijn ontvangen een aanvaardbare uitkering.
- De uitkering voor mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn is afhankelijk van het al dan niet hebben of kunnen vinden van (aangepast) werk. Wie er niet in slaagt nog voldoende zelf te verdienen valt al gauw terug naar een inkomen onder bijstandsniveau
- Werknemers met een hoger inkomen dan het maximaal in de WIA verzekerd loon van circa ā¬ 48.716,- per jaar lopen extra inkomensrisico’s bij arbeidsongeschiktheid.
Mogelijke oplossingen:
Indien uw werkgever u de mogelijkheid geeft deel te nemen aan een collectieve verzekering, waarbij het risico op grote inkomensterugval bij arbeidsongeschiktheid wordt verzekerd, zijn er drie mogelijkheden:
1. Aanvullende WGA-verzekering via uw werkgever
Deze verzekering garandeert u een inkomen bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van minimaal 70% van uw oude inkomen tot een maximum van circa ā¬ 48.716,- per jaar. Hierbij is deze uitkering niet afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en of u wel of niet voldoende werkt.
2. Aanvullende Excedentverzekering voor mensen die meer verdienen dan circa ā¬ 48.716,-
Uw werkgever kan er voor gekozen hebben om ook inkomens boven de ca. ā¬ 48.716,- (maximum SV-jaarloon) particulier te verzekeren. In dat geval wordt de uitkering van het UWV aangevuld tot 70% van het inkomen boven het maximum SV-jaarloon van ca. ā¬ 48.716,-. Bij deze uitkering wordt rekening gehouden met het percentage van arbeidsongeschiktheid.
3. Aanvullende Excedentverzekering om de uitkering te verhogen van 70% naar bijvoorbeeld 80%
Uw werkgever kan er ook nog voor kiezen de uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid te verhogen van 70% naar 75% of zelfs naar 80%. In dat geval wordt de uitkering aangevuld met het gekozen percentage van de verhoging. Ook hier wordt rekening gehouden met het arbeidsongeschiktheidspercentage.